Zondag stelt de kerkraad van Sint-Lambertus in Sint-Lambrechts-Herk twee gloednieuwe kunstwerken voor. Alhoewel, gloednieuw. De schilderijen die ooit de Herkenrodeabdij sierden, lagen meer dan een eeuw op de kerkzolder stof te vreten.
“Het is een onwaarschijnlijk verhaal over schatten op zolder”, lachen voorzitter Jaak Poncelet en schatbewaarder Jos Putzeis van de kerkraad. “Onze kerk dateert uit 1894 en werd gebouwd door de gravin de Stenbier. Omdat ze een goede band had met de graaf van Stevoort, de Libotton, kocht ze van hem enkele stukken om de kerk wat in te kleden. Tijdens de Franse revolutie was de kerk van de Herkenrodeabdij immers leeggemaakt en was alles verkocht.” Het grote schilderij ‘De bewening van Christus’ van Damery uit 1652, hing in Herkenrode boven één van de zijaltaren. Het prijkt nu in de kerk van Sint-Lambrechts-Herk. Ook het barokke houten tabernakel uit de 17de eeuw, met een draaiend middendeel, komt uit die abdijkerk.
Kerststal
Maar tot hun eigen verbazing troffen de leden van de kerkraad nog meer schatten uit Herkenrode aan op zolder. “Toen enkele mensen de kerststal van de zolder gingen halen, namen ze een schilderij mee om als achtergrond voor de kerststal te gebruiken”, lachen Jaak en Jos. “Maar toen we er een spot op zetten, hadden we allemaal het gevoel dat we het moesten laten restaureren. Frans Nulens, een Herkse schilder-restaurateur, was meteen enthousiast: ‘Daar doe ik iets mee’, riep hij. Tot onze verbazing zeiden de kerststalbouwers daarop: ‘maar op zolder ligt nog zoiets’. Nulens trok mee naar de zolder en ze kwamen naar beneden met een behoorlijk gescheurd doek en een kapot kader. Frans glunderde. Hij ging ermee aan de slag en leverde deskundig werk af, zo zeggen de mensen van Monumentenwacht die we nadien op bezoek kregen. En dat is er ook aan te zien. We hebben die twee schilderijen, samen met het tabernakel en het grote schilderij rechts vooraan in onze kerk gehangen. Onze ‘Kruisbeuk van Herkenrode’ noemen we dat nu.”
Torenuurwerk
Maar nog hield het schattenverhaal niet op, want Jaak en Jos trokken met de mannen van Monumentenwacht opnieuw de toren in. Daar hadden ze nog een oud torenuurwerk staan uit de 17de eeuw, maar nooit gebruikt en in quasi perfecte staat. “Ze vroegen wat we ermee hadden gedaan”, gniffelen Jos en Jaak. “Wij konden niet anders dan deemoedig toegeven dat we er eigenlijk ‘niks’ mee gedaan hadden. We zijn er altijd vanaf gebleven omdat we niet goed wisten wat het was. We hebben dan aan specialisten gevraagd er een rapportje over te schrijven en vielen bijna van onze stoel. De kans is groot dat ook dit torenuurwerksysteem mee in het hele pakket zat dat gravin de Stenbier gekocht heeft. Als het dossier en studiewerk rond is, willen we het graag ook in de kerk plaatsen, zodat de mensen het kunnen bekijken en mogelijk zelfs aan het werk kunnen zien met de klok die vandaag bij ons altaar staat. Dat moeten we nog bekijken.”
Orgel
Onderweg naar beneden passeerden de erfgoedspecialisten op het oksaal een orgel dat al sinds 1970 niet meer gebruikt was. “Toen is er een nieuw orgel geplaatst in de kerk omdat het oude echt versleten was”, klinkt het. Maar opnieuw sloegen de specialisten de Herkse Kerkraad met verbijstering. “Jullie moeten niet te negatief doen over het orgel, dat is een authentieke Stevens uit Duffel en beslist de moeite om toch te herstellen”, klonk het. “En dus weten we de komende jaren nog wat te doen. Alleen krabben we ons soms achter de oren. Wie gaat dit ooit verder zetten als wij het niet langer kunnen?”