Elk jaar op 4 juni, de Internationale Dag van Onschuldige Kinderen Slachtoffers van Agressie, erkent de pijn die kinderen over de hele wereld lijden. Veel van deze kinderen zijn het slachtoffer van fysieke, mentale en emotionele mishandeling. Het is ook een dag waarop de VN haar plicht bevestigt om de rechten van kinderen te beschermen.

Helaas behoren kinderen tot de meest onschuldige slachtoffers van pijn en lijden. Over de hele wereld leven veel kinderen in gebieden waar oorlog en conflict deel uitmaken van hun dagelijks leven. Volgens recente statistieken leven 536 miljoen kinderen in landen die getroffen zijn door conflicten of rampen. Ongeveer 50 miljoen kinderen zijn uit hun huis verdreven. Wanneer deze kinderen ontheemd raken, vergroot dit hun kwetsbaarheid voor geweld en uitbuiting. Dit is grotendeels te wijten aan het feit dat deze kinderen wezen worden of van hun familie worden gescheiden.

Emotioneel, fysiek, seksueel en mentaal misbruik is ook een realiteit voor miljoenen kinderen over de hele wereld. Jaarlijks worden naar schatting 200 miljoen kinderen het slachtoffer van seksueel geweld.

Op 19 augustus 1982 verklaarde de Algemene Vergadering van de VN dat 4 juni zou worden gevierd als de Internationale Dag van Onschuldige Kinderen Slachtoffers van Agressie. De VN namen het besluit tijdens een speciale spoedzitting over de kwestie Palestina. De dag was oorspronkelijk gericht op de kinderen die getroffen waren door de Libanonoorlog van 1982. De dag stond ook in het teken van Palestijnse kinderen die het slachtoffer waren van andere conflicten in het Midden-Oosten.

Vandaag staat de dag in het teken van kinderen over de hele wereld die onschuldige slachtoffers zijn van geweld en misbruik.